The store will not work correctly in the case when cookies are disabled.
Wij gebruiken cookies om uw ervaring beter te maken.Om te voldoen aan de cookie wetgeving, vragen we uw toestemming om de cookies te plaatsen. Meer informatie.
John Russell werd in 1795 geboren in Darthmouth, South Devon. In 1814 werd John Russell, die in het dagelijks leven Jack werd genoemd, toegelaten op het "Exeter College" in Oxford, waar hij in 1819 zijn eerste hond van een melkman kocht.
Deze teef Trump is de grondlegger geweest voor zijn eigen werklijn terriërs, die moesten voldoen aan de specifieke werkeigenschappen:
mee kunnen lopen in de meute,
goed op de vos te gebruiken zijn en
het wild aanblaffen en uit de holen jagen zonder het wild te doden.
Eind 1800 werden de terriërs ook buiten de jagerij populair en dat leidde al snel tot veranderingen in het uiterlijk van de honden. John Russell en vele andere 'werkende'-terriërs mensen waren hier sterk tegen en bleven de terriërs op eigen wijze fokken, namelijk op werklust en karakter. Uit deze 'working terriërs' ontstond onder andere de Parson Russell Terriër die in 1990 erkenning kreeg.
Vanaf eind 1800 zijn deze 'Parson Russell Terriërs' vrijwel uitsluitend door jagers gefokt. Deze zijn dan ook verantwoordelijk voor het ontstaan van onze hedendaagse twee variëteiten met elk hun eigen doel, namelijk:
de 'normaalbenige' Parson Russell Terriër, die moet kunnen meelopen in de meute en
de 'kortbenige' Jack Russell Terriër die gedragen kan worden in een zadeltas of voorop het paard gezet kan worden.
De feiten
Doordat de hedendaagse Parson Russell Terriërs nog steeds dicht bij het oorspronkelijke type staan en ons ras vooral op werklust, karakter en goede gezondheid gefokt is, kennen wij nu nog niet veel karakter- en gezondheidsproblemen.
Overweeg bij uw keuze z'n geweldige temperament. Door zijn eigenzinnig, moedig karakter, nodig voor het zelfstandig werken onder de grond, is de Russell voor geen kleintje vervaard.
Mensen die alleen op het leuke uiterlijk afgaan, voelen zich dan ook wel eens bedrogen uitkomen als blijkt dat het hondje geïnteresseerd is in hele andere zaken dan op schoot zitten (hoewel elke Russell dat ook graag doet).
De Russell is en blijft een werkhond en hoewel natuurlijk niet elke Russell kan jagen, is het goed mogelijk ander 'werk' voor hem te zoeken, zoals bijvoorbeeld behendigheid (agility), flyball, races, enzovoorts. Een hond met deze mate van werklust en intelligentie zal zich stierlijk vervelen als hij daar niets mee kan doen.
Het uiterlijk
De Parson Russell Terriër behoort wit of overwegend wit met tan, lemon, zwart of driekleurige aftekeningen te zijn. Bij voorkeur met aftekeningen op het hoofd en bij de staartaanzet. Het hoofd moet wigvormig zijn met sterk gespierde kaken, perfect scharend gebit en kleine V-vormige oren die naar voren vallen.
Er zijn twee vachttypes: glad- en ruwharig. Alles wat niet glad is, is ruw. Het belangrijkste is dat de vacht van nature stug en dicht is en het lichaam goed kan beschermen tegen alle weersomstandigheden tijdens de jacht. De Parson moet gemakkelijk te omspannen zijn met beide handen van gemiddelde grootte (net achter de schouders van de hond). Met een te grote borstomvang kan de hond beklemd komen te zitten in een nauwe vossenpijp.
Ideale hoogte voor de Parson is 33 cm voor de teven en 35 cm voor de reuen.
Deze rasomschrijving is een bijdrage van Eric en Rianne Temmen van Parson Jack Russell Terriër Kennel Van Pep tot Nib te Lepelstraat (Provincie Noord Brabant)