Wij gebruiken cookies om uw ervaring beter te maken. Om te voldoen aan de cookie wetgeving, vragen we uw toestemming om de cookies te plaatsen. Meer informatie.
De Boerboel
Geschiedenis van de Boerboel
Allereerst kan ik u zeggen dat het zeker niet makkelijk is om de gehele voorgeschiedenis van de Zuid Afrikaanse Boerboel op exact juiste wijze volledig in kaart te brengen. De belangrijkste reden hiervoor is dat er weinig tot geen concrete documentatie van de afgelopen paar honderd jaar bestaat over de Boerboel. Vaak zul je een standaard verhaal tegen komen wanneer je zoekt op het internet naar de voorgeschiedenis van de Boerboel. Toch wil ik proberen u iets dieper in de geschiedenis van de Zuid Afrikaanse Boerboel mee te nemen aan de hand van deze beschrijving over de voorgeschiedenis van de Boerboel. Eigenlijk zou je kunnen stellen dat de voorgeschiedenis van de Boerboel te verdelen is in 4 fases. Maar ver voor de eerste fase van de Boerboel bestonden er natuurlijk ook al honden die voor verschillende doeleinden werden gebruikt. Hiervoor we moeten we een paar duizend jaar terug in de tijd gaan. Veelvuldig en langdurig onderzoek heeft inmiddels wel aangetoond dat de “Molossers” of ook wel de grote Mastiff-achtige honden kunnen worden teruggevoerd in de tijd 400 tot 600 jaar voor christus. Indirect zou je kunnen stellen dat hier de voorouders en de bloedlijnen van de Boerboel dus ook liggen. Wat wel met zekerheid valt te zeggen is dat Alexander de Grote zo rond 326 jaar voor Christus meerdere grote mastiff-achtige honden krijgt als cadeau van de koning van Albanië. Alexander de grote wilde deze honden eerst gebruiken voor de jacht op klein wild, echter hadden deze honden daar totaal geen behoefte aan. Deze honden werden dan ook door Alexander de Grote bestempeld als “aartslui” en onherroepelijk naar de eeuwige jachtvelden verbannen. Vrijwel direct kreeg Alexander de Grote opnieuw een aantal grote mastiff-achtige honden aangeboden van de Albanese koning met het advies deze honden dit keer niet te gebruiken aan zoiets kleins en simpels als het jagen op klein wild. Nee het advies van de koning van Albanië was om deze honden tegen leeuwen en olifanten te laten vechten. En als we het verhaal zoals staat geschreven mogen geloven liet Alexander de Grote de hond inderdaad met een leeuw vechten waarbij de hond binnen luttele seconden de rug van de leeuw wist te breken. Niet veel later zou hij de hond ook tegen een olifant hebben laten vechten waarbij de olifant door de onophoudelijke aanvallen van de hond volledig in paniek raakte en zichzelf een afgrond in stortte en te pletter viel. Regelmatig lees je ook verhalen over Boerboels die met leeuwen en andere Afrikaanse wilde dieren gevochten zouden hebben. Gelooft u mij…de Boerboel en ook andere grote mastiff-achtige honden zijn nooit voor de leeuwenjacht gebruikt en net zo min in de jacht op olifanten. De Rodhesian Ridgeback, ook een echt Zuid Afrikaans ras, werd wel gebruikt voor de Leeuwenjacht, echter dan ook alleen om de leeuwen uit de tent te lokken zodat de jager vervolgens de leeuwen dood kon schieten. Wat wel af en toe gebeurde tijdens het Romeinse rijk is dat de Romeinen 10 Molossers lieten vechten tegen een tijger of een leeuw waarbij van te voren eerste wel de nagels van deze leeuwen en tijgers werden uitgetrokken. Wel is het zeker dat Alexander de Grote als ook de Romeinen medeverantwoordelijk zijn geweest voor de verspreiding van deze Assyrische honden (Molossers) door geheel Europa. De Romeinen hadden destijds de Canis Molossus, een echte oer Molosser. Toch zijn volgens vele geschriften en documenten de Assyrische hond en de Canis Molossus dezelfde honden en zou er geen verschil zijn tussen deze beide. Duidelijk is nu wel dat de oorsprong van alle Molossers en dus ook de Boerboel in de Canis Molossus ligt. En eigenlijk geldt dit voor de meeste westerse rassen van dit moment. Verondersteld wordt, ondanks dat keihard bewijs hiervoor ontbreekt, dat de Canis Molossus afstamt van de Tibetaanse Mastiff. Gezien de overeenkomsten en gelijkenis tussen deze beide honden en documenten waaruit zou blijken dat de Tibetaanse Mastiff één van de oudste rassen ter wereld is, wordt dit aannemelijk gemaakt. De vroegste geschiedenis van de Boerboel ( fase 1 ) In 1652 hebben de eerste Europese honden voet aan wal gezet in Zuid Afrika, dat is iets wat met zekerheid gesteld kan worden. Hierbij wordt eigenlijk in alle verhalen die je hier over kunt lezen de Nederlander Jan van Riebeeck die met zijn bullebijter, een grote zware Mastiff-achtige hond, naar Kaap de Goede Hoop kwam naar voren geschoven als grondlegger van de Boerboel. Naar mijn idee moet Jan van Riebeeck als grondlegger van de Boerboel niet te letterlijk genomen worden. Jan van Riebeeck is natuurlijk de grondlegger van Kaap de Goede Hoop wat uiteindelijk uitgegroeid is tot de huidige republiek Zuid Afrika. En deze Jan van Riebeeck nam natuurlijk ook nog tientallen kolonisten mee naar de Kaap welke op hun beurt ook weer hun eigen honden mee namen. Daarnaast zijn er in de loop der jaren nog tientallen andere kolonisten uit andere landen geweest die hun bestaan in Zuid Afrika opbouwden en voort hebben gezet. Ook deze kolonisten namen hun eigen honden mee om zichzelf en hun familie te beschermen tegen alle onbekende gevaren uit dat vreemde land. De hond die Jan van Riebeeck meenam, de zogenaamde bullebijter, was ook niet echt een ras maar meer een type hond. Deze honden werden gebruikt om te vechten tegen stieren omdat men er heilig van overtuigd was dat vlees van opgejaagd wild lekkerder was. Het type hond dat meegnomen werd door Jan van Riebeeck is niet met zekerheid te zeggen, maar we kunnen er vanuit gaan dat dit Mastiff-achtige hond is geweest. Door de kolonisatie waren er op dat moment dus 2 type honden op het Afrikaanse continent, namelijk de mastiff-achtige honden van de kolonisten en de honden van de inheemse bevolking. Deze inheemse honden komen oorspronkelijk voort vanuit een Ethiopische stam welke veel handel dreef op het gehele continent Afrika. Al snel bleek dat de bullebijters van de kolonisten niet goed bestand waren tegen de interne en externe parasieten en ziektes en dus werden de honden gekruist met de honden van de plaatselijke bevolking. Dit zou het de eerste fase van de Boerboel moeten zijn geweest.Aankomst Engelse kolonisten ( fase 2 )
Rond 1800 namen de eerste Engelse kolonisten hun intrek in wat nu is Zuid Afrika heet en ook zij namen hun eigen honden mee. Dit waren voornamelijk Bulldoggen en Mastiffs. Ook de Engelsen kampten al snel met dezelfde gezondheidsproblemen van hun honden en dus kruisten de Engelsen hun honden weer met de honden van de eerste kolonisten. Vanaf dit punt kunnen we echt spreken over het ontstaan van de Boerboel en met name de ontwikkelingen in Zuid Afrika zelf heeft de Boerboel gemaakt tot wat hij nu is. De honden leefden vaak in grote getale op de Zuid Afrikaanse boerderijen waarbij dierenartsen of medicijnen voor de honden niet aan de orde waren. De Boerboel was dus volledig op zichzelf aangewezen waardoor alleen de allersterkste honden wisten te overleven. Later trokken steeds meer boeren de binnenlanden in waardoor ook de honden steeds meer geïsoleerd op de Zuid Afrikaanse boerderijen kwamen te leven. Vanzelfsprekend vond er hierdoor veel inteelt plaats tussen de honden waardoor de sterkste genen nog verder naar boven kwamen drijven. De boeren hadden nu imposante, sterke en gezonde honden ter bewaking van have en goed en waren klaar voor “De grote trek”.De Grote Trek ( fase 3 )
Steeds meer kolonisten uit geheel Europa waren in de loop der jaren naar Afrika gekomen om daar een boerenbestaan op te bouwen of de handel te bedrijven. Echter het Britse koloniale gezag deed veel Nederlandse boeren tussen 1830 en 1850 vertrekken naar het noorden. Dit wordt ook wel “De Grote Trek” genoemd. Deze Grote Trek zorgde er voor dat er nog meer gekruist werd tussen de boerderijhonden van de kolonisten en de honden van de inheemse bevolking. Daarnaast kwamen veel honden nog geïsoleerder te leven dan daarvoor waardoor inteelt tussen de honden nog meer toenam. Rond het jaar 1900 kregen de honden van de Afrikaanse boeren de naam “BOLE” welke veel vergelijkingen toonde met de oeroude Canis Molossus of te wel de Assyrische hond. Uiteindelijk was maar één ding belangrijk voor de Afrikaanse boeren en dat was dat hun honden imposant en sterk waren en hun taak als waakhond optimaal vervulden. Bloedlijnen en stambomen zoals we die nu kennen waren hier dan ook totaal niet van belang. Rond 1935 werden er vanuit Engeland raszuivere Bullmastiffs geïmporteerd voor de bewaking van de diamantmijnen van De Beers. Deze atletisch gebouwde en temperamentvolle honden waren zeker niet te vergelijken met de Bullmastiff zoals we die nu kennen. Omdat de Afrikaanse boeren nogal onder de indruk waren van deze honden vanwege hun schoonheid en hun waak- en beschermingsdrift lieten veel Afrikaanse boeren hun “boles” dekken door één van deze reuen of kochten afstammelingen van deze geïmporteerde Bullmastiffs. De typische raskenmerken van de Boerboel zoals we die nu kennen begonnen zich echt te kenmerken en derhalve kunnen we deze fase bestempelen als fase 3. Hieronder een foto van de tegenwoordig immens populaire zwarte Boerboel. Je ziet ze nog niet zo veel en er aan zien te komen valt ook nog niet mee. Toch zijn er enkele fokkers in Zuid Afrika en Europa die zich er op toegelegd hebben en inmiddels enkele zwarte Boerboels in bezit hebben en er op fokken.De verstedelijking rond 1950 ( fase 4 )
Rond 1950 vond er in Afrika een grote verstedelijking plaats waarbij veel Afrikaanse boeren het platteland verlieten om hun heil in de stad te zoeken en een graantje mee te kunnen pikken van de stedelijke welvaart. Echter de verstedelijking zorgde ook voor een veel groter aandeel aan import honden ten opzichte van de “echte bole” en daarnaast gingen de Afrikanen zich meer en meer richten op het houden en telen van raszuivere honden. De echte Boerboel werd meer en meer zeldzamer. Alleen op de grote boerderijen, ook wel “plase” genoemd, bleef de Boerboel echt bestaan, al werden ze ook hier al aanzienlijk zeldzamer. Gelukkig stonden er in 1980 een aantal mensen op die vonden dat het tijd werd de oorspronkelijke Boerboel terug te halen. Jannie Bouwer, Lucas van der Merve en zijn vrouw Anneke gingen in een lange tocht van ruim5500 kilometerdoor Zuid Afrika langs de boerderijen om de oorspronkelijke Boerboel weer terug te vinden. Uiteindelijk wisten ze 250 honden te beoordelen waarvan er maar 72 honden werden geselecteerd die voldeden aan de uiterlijke kenmerken om mee te fokken om zodoende de ware boerboel weer naar boven te kunnen halen. Op genetisch gebied was over de Boerboel op dat moment vrijwel nog niets bekend en dus werd er in eerste instantie alleen op uiterlijk geselecteerd. Al vrij snel werd duidelijk toen men begon te fokken met deze honden, ook wel telen genoemd in Zuid Afrika, dat er veel verschillende type Boerboels uit voort kwamen. De ene Boerboel had duidelijk een Mastiff-achtige kop waarbij de andere Boerboel meer de kop van een Boxer had. Ook qua gewicht, karakter en uitstraling waren er (en zijn er eigenlijk nu nog steeds) grote verschillen op te merken tussen verschillende Boerboels. U zult dit beamen wanneer u eens een Boerboel keuring bezocht heeft. Deze worden jaarlijks meerdere malen gehouden in Nederland en België. Uiteindelijk heeft het verleden ons ook geleerd dat ook andere rassen gemiddeld 80 jaar nodig hebben gehad om zich te ontwikkelen tot het ras zoals het nu is. Toch zijn we als liefhebber van de Boerboel goed op weg dit prachtige ras steeds meer een eigen identiteit te geven. Zoals hierboven al beschreven gelden deze uiterlijke kenmerken dan wel de verschillen in karakter op dit moment nog steeds voor de Boerboel wat ook verklaart dat we op dit moment nog steeds in de zogenoemde fase 4 zitten en ik denk de komende 40 jaar ook nog wel zullen blijven. We kunnen dan ook wel concluderen dat de Boerboel kynologisch gezien een piepjong ras is welke zich nog lang zal blijven ontwikkelen. Begin jaren 80 is men pas echt begonnen met het telen van de Boerboel en midden jaren 90 kwam de Boerboel pas voor het eerst naar Europa. Mede hierdoor kunnen we veronderstellen dat de Boerboel nog ontzettend dicht bij de oeroude Molossers staat, dichterbij dan welk ander ras dan ook. De Afrikaanse boer gebruikte zijn honden maar voor één ding, zijn oorspronkelijke doel, namelijk voor de bewaking van het gezin en zijn have en goed. De boerboel komt pas net kijken in dichter bevolkte gebieden en steden zoals in Nederland en België nadat ze midden jaren90 inEuropa werden geïmporteerd en worden zodoende nu meer en meer gewoon als huishond gehouden. Alle andere Mastiff-achtige en Molosser-achtige rassen worden al enkele honderden jaren gehouden als huishond. Dit feit dient ons er rekening mee te laten houden dat we nooit mogen vergeten waar de Boerboel vandaan komt en waarvoor deze gebruikt werd. Al deze eigenschappen van de Boerboel maken hem tot een meer dan uitstekende erfbewaker die ten koste van alles en iedereen zijn gezin zal beschermen, desnoods met gevaar voor eigen leven. Vaak willen deze specifieke karaktereigenschappen nog wel eens de nodige problemen opleveren in een woonwijk waardoor het lijkt of de hond onhanteerbaar is. Maar ook de Boerboel zal zich de komende decennia meer en meer gaan aanpassen aan de leefomstandigheden zoals die hier gelden in Nederland en België, daar ben ik heilig van overtuigd. In de video hieronder zie een groot aantal Boerboels op een Zuid Afrikaanse boerderij.Levensfasen van de Boerboel
Zoals eigenlijk bij de meeste grote rassen is een Boerboel pas op late leeftijd echt volwassen terwijl dit bij kleine tot middelgrote honden al rond de leeftijd van één jaar is. De Boerboel teef zal tussen de leeftijd van 2 en 2,5 jaar pas echt volwassen zijn waarbij een reu pas echt volwassen wordt op een leeftijd van 3 tot 3,5 jaar. Zowel geestelijk als lichamelijk ontwikkeld de Boerboel zich dus door, afhankelijk van het geslacht, tot 3,5 jaar of soms zelf nog langer. U zult merken dat vanaf het moment dat u uw pup ophaalt en in huis neemt, deze ontzettend snel zal groeien in hele korte tijd en voor u het weet heeft u een pup van 6 maanden oud in huis die dan al40 kgtot50 kgweegt. En dat in 4 maanden tijd..Vaak zie je in deze fase bij de pups ook dat ze wat overbouwd en slungelig worden al heeft de ene hond daar meer last van dan de andere. Dit is absoluut niet iets om u zorgen over te maken, laat uw pup lekker groeien en vooral goed eten. De meeste Boerboels komen op de leeftijd van 1 tot 2 jaar pas echt in de puberteit. U heeft dan inmiddels al een flinke hond in huis waar menigeen een blokje voor om zou lopen en toch is het eigenlijk nog maar een pup. U zult ook deze puberfase vaak ook wel herkennen bij uw hond. Uw Boerboel wordt wat eigenzinniger, wordt ineens wantrouwender en feller naar vreemden toe en tegen de honden is het park waarmee hij altijd zo lekker kon spelen stelt hij zich ineens heel dominant op. Ook komt het voor dat de hond zich wat dominanter gaat opstellen naar zijn familie om te kijken of hij nog wat hoger in de rangorde zou kunnen komen binnen uw familie. Vaak komt het voor dat uw Boerboel erg onzeker wordt en soms zelf angstig, ook in de voor hem juist bekende situaties. Die onzekerheid maakt het vaak dat uw Boerboel juist wat feller en scherper gaat reageren naar andere honden en vreemden. Hij moet zich als het ware bewijzen en daarom meent hij zich tegen alles en iedereen te moeten laten gelden. U hoeft zich over deze fase echter geen zorgen te maken, dit is heel normaal gedrag tijdens de puberteit van uw Boerboel en stabiliseert zich vanzelf weer. Maar zorg er wel voor dat u ook in deze periode zeer consequent blijft naar uw Boerboel toe en laat zeker niet over u heen lopen. De dominantie naar andere honden blijft vaak wel bij de meeste Boerboels, al moet ik zeggen dat er voldoende uitzonderingen hierop zijn. Dit geldt ook voor zijn houding naar vreemden toe. Uw hond zal zich over het algemeen afstandelijk en wantrouwend naar vreemden opstellen en dit verdwijnt ook niet na deze puberteit. Maargoed dat is eigenlijk ook niet vreemd, want dat is juist één van de kenmerkende karaktereigenschappen van de Boerboel. Ook lichamelijk en fysiek zal een Boerboel zich tot een jaar of 3 door ontwikkelen. De hond zal tot de leeftijd van ongeveer 10 maanden tot één jaar voornamelijk alleen in de hoogte groeien. Daarna begint de Boerboel pas echt in de breedte te groeien en meer en meer de vormen aan te nemen zoals die horen te zijn. Dit betekend dus dat bijvoorbeeld een 2 jaar oude reu van65 kg, die in uw ogen als zeer imposant bestempeld wordt nog wel een jaar tot anderhalf jaar kan uitzwaren om uiteindelijk70 kgte worden. Teven zijn vaak iets eerder lichamelijk volwassen dan reuen en worden vaak nog iets zwaarder en voller nadat ze een nest hebben gehad. Wat dat betreft is enig geduld met dit ras wel op z’n plaats alvorens u beschikt over een volwassen Boerboel.
Karakter van de Boerboel
In dit artikel wil ik iets dieper ingaan op het daadwerkelijke karakter van de Boerboel ten opzichte van de meeste algemene beschrijving die je leest op de meeste websites. Mede aan de hand van voorbeelden van Boerboel eigenaren en Boerboel telers zal ik proberen een goed beeld te schetsen van wat u te wachten kan staan wanneer u besluit een Boerboel aan te schaffen. De Boerboel is en blijft in de eerste plaats een echte waakhond met een zeer sterke territoriale instincten. De Boerboel heeft dus echt een erf nodig die hij kan en mag bewaken. Een Boerboel houden op een flat, appartement of een woning met kleine tuin is dus absoluut niet geschikt en is vragen om problemen. Ook een kleine wandeling 2 maal daags door bijvoorbeeld het stadspark voldoet absoluut niet aan de behoefte en de beweging die een Boerboel dagelijks nodig heeft. Nee een Boerboel is en blijft een hond die wil werken en waken. De Boerboel is dan ook nooit gefokt op schoonheid en beschikt dus ook niet over zogenaamde showhonden of tentoonstellingexemplaren. De Boerboel werd gefokt op gezondheid, conditie en het allerbelangrijkste, ze moesten het juiste karakter hebben. Want alleen hierop werden de honden door de Zuid Afrikaanse boer geselecteerd. Een Boerboel kon nog zo mooi zijn, een onbetrouwbare, agressieve of laffe Boerboel werd direct door de Afrikaanse boer naar de eeuwige jachtvelden geholpen. Tot op heden wordt de Boerboel nog steeds gebruikt als waak- en werkhond op de Zuid Afrikaanse boerderijen. De Boerboel is tot op heden nog niet F.C.I. erkend. De F.C.I. is het internationaal overkoepelend orgaan van alle stamboomregisters. De voornaamste reden hiervoor is dat men pas 30 jaar geleden weer is begonnen met het telen van de oorspronkelijke Boerboel en dus is het ras kynologisch gezien nog splinternieuw. Wellicht komt hier de komende 20 jaar verandering in en zal de boerboel ook erkend worden door de F.C.I. Maar wat spreekt ons nou zo aan in dit ras? Eigenlijk zouden we het gehele uiterlijk van de Boerboel even moeten laten voor wat het is en puur naar het karakter van de Boerboel moeten kijken. Welke karaktereigenschappen trekken u nou het meest aan in dit ras? In tegenstelling tot de uiterlijke kenmerken is aan het karakter van de Boerboel eigenlijk een paar honderd jaar gesleuteld om een stabiele, zelfverzekerde waakhond te creëren. Juist de karaktereigenschappen van de Boerboel zouden u dan ook het meeste aan moeten spreken in dit ras. Naast het feit dat een Boerboel één van de beste, zo niet de beste waakhond is die u zich kan wensen, is de Boerboel ook een echte familiehond. Toch zal hij zich nooit te afhankelijk opstellen van zijn gezin. Naar vreemden toe zijn de meeste Boerboels zeer terughoudend en afstandelijk net als naar onbekende situaties. Ook stellen de meeste Boerboels en dan met name de reuen, zich dominant op naar andere honden. De Boerboel is dan ook geen geschikte hond om een hele middag mee te nemen de stad in of gezellig op terrasjes te zitten, dat is vragen om problemen. Ook wanneer u een lange strandwandeling wilt maken moet u er rekening mee houden dat u uw Boerboel niet altijd los kunt hebben lopen. Wilt u dit wel dan adviseer ik u om geen Boerboel te nemen en u te oriënteren op een wat minder dominant ras die wel een allemans vriend is. Natuurlijk zijn er ook Boerboels ( ook reuen ) die op latere leeftijd nog prima met andere honden overweg kunnen en het ontzettend gezellig vinden wanneer er visite binnen komt. Maar gaat u er bij voorbaat maar vanuit dat dit uitzonderingen zijn en beschouw zo’n karakter, mocht u een Boerboel met zo’n vrij en meegaand karakter krijgen, als een bonus. Feit is dat een Boerboel een eerlijke en zeer consequente opvoeding vereist maar u zult er dan ook een zeer trouwe kameraad voor het leven voor terug krijgen. Overigens wil ik hiermee niet beweren dat het opvoeden van een Boerboel verschrikkelijk lastig en moeilijk is, integendeel zelfs. Een boerboel is een ontzettend intelligente makkelijk lerende hond die in principe nooit de confrontatie met zijn baas zal opzoeken. Echter enige ervaring met grote dogachtige honden is zeer zeker een pré om dit prachtige ras een goede eerlijke, stabiele en vooral consequente opvoeding te bieden.Beschermingsinstinct van de Boerboel
Het is u inmiddels wel duidelijk geworden dat de boerboel een echte waakhond is met een sterke territoriale instincten. De Boerboel is van nature rustig, zelfverzekerd en dwingt door zijn autoritaire aanwezigheid over het algemeen diep respect af zonder daarbij enige sporen van angst of agressie te vertonen. Wanneer u een Boerboel eigenaar bezoekt in de nabijheid van de hond zult u onder de indruk zijn van het imposante formaat van de Boerboel en de kracht die hij uitstraalt. De boerboel beseft dit maar al te goed en heeft hier vrede mee. Op een enthousiast onthaal hoeft u in ieder niet te rekenen. De hond zal u nauwlettend in de gaten houden vanuit de nabijheid van zijn baas. Naarmate u langer met het baasje staat te praten zal zijn houding veranderen van staan, naar zitten en uiteindelijk zal hij er zelf lekker bij gaan liggen met zijn ogen dicht. Op dat moment komt de kleine kleuter van de eigenaar de tuin in rennen en enthousiast wilt u de kleine jongen een aai over z’n bol geven. Voordat u het goed en wel beseft staat de Boerboel tussen u beide in en denkt hé…die lag daar toch net echt te slapen in de hoek. De Boerboel kijkt u strak aan en of hij in enkele seconden nog groter is geworden trekt u instinctief uw hand weg. De Boerboel besnuffelt de kleuter rustig alsof hij wil kijken of alles er nog op en aan zit en loopt vervolgens weer rustig weg. Beduusd kijkt u de eigenaar aan en vraagt hem: wat was dat nou? Doe het nu nog maar een keer alleen dan met een rustige beweging zegt de eigenaar. U volgt zijn advies op en u ziet dat de Boerboel dit zonder enige reactie accepteert. Heel anders is de benadering van een Boerboel bij afwezigheid van de eigenaar. Bij daglicht zal hij u tot staan dwingen bij aankomst aan de poort of bij het hek. Elke stap dichterbij zal hij een diepe basgrom produceren die u doet denken aan de grom van een leeuw. U zult zijn manier van waarschuwen snel begrijpen en respecteren. Heel anders wordt het verhaal bij duisternis. Elke verstandige Boerboel eigenaar heeft dan de poort op slot en mocht u willen weten wat er gebeurt als u toch over de omheining klimt dan zijn er krantenknipsel beschikbaar uit Zuid Afrika die niet voor minder jarigen geschikt zijn. Zodra het enigszins schemerig begint te worden zult u merken dat de Boerboel een stuk alerter en scherper wordt dan bij daglicht en accepteert dan ook binnen een straal van20 metervan de baas geen vreemden meer. Ondanks dat de Boerboel een uitstekende erfbewaker is zouden we kunnen stellen dat de Boerboel eigenlijk meer bodyguard is voor de baas en zijn gezin. De vroegere Zuid Afrikaanse boeren dreven veel handel en derhalve kwamen er dus veel handelslieden langs op de boerderijen. In deze situaties moest de Boerboel bij daglicht zijn baas dan ook goed aanvoelen of het goed of slecht volk was zonder daarbij gelijk agressief over te komen. De hond moest voelen wat zijn baas voelde en daar naar handelen. Wel moet hierbij gezegd worden dat de Boerboel een zeer zelfstandige hond is die zeker op eigen initiatief zal ingrijpen indien hij denkt dat de nood aan de man is. Houdt hier ten allen tijden rekening mee. Elke Boerboel heeft in principe instinctief de eigenschappen en talenten in zich om te ontplooien tot de perfecte waakhond. Bij de ene Boerboel zullen deze eigenschappen zich sneller en beter ontwikkelen dan bij de ander, echter vroeg of laat komen deze eigenschappen naar boven bij elke boerboel. Net als bij elk ander ras heeft ook elke individuele Boerboel zijn eigen karakter waarbij de ene Boerboel een scherper en pittiger karakter heeft dan de ander. Voor sommige mensen kan het helaas niet snel genoeg gaan en wakkeren op jonge leeftijd al bepaalde agressie aan bij hun hond. Dit is de grootste fout die u kunt begaan bij een Boerboel en vaak worden dit soort honden dan ook na een jaar of 2 als herplaatser of te koop aangeboden omdat ze volgens de eigenaren niet te hanteren zijn. Heb dus geduld en bega deze fout alstublieft nooit met dit ras. Hieronder zie je een video waarin het Beschermingsinstinct en waakinstinct al op jonge leeftijd naar boven komt. De hond in de video wordt voor het eerst getest door een indringer (pakwerker in dit geval) en zodoende wordt zijn reactie getest.De Boerboel en zijn gezin
De Boerboel is zoals eerder al geschreven een echte familie hond. De Boerboel accepteert niet alleen één persoon van het gezin als zijn baas, maar alle leden van het gezin van jong tot oud. De Boerboel is fantastisch met eigen kinderen, deze zijn hem werkelijk goud waard. De kinderen kunnen bijna alles doen met hem en hij zal ze beschermen met z’n eigen leven. Juist hier is dan ook een punt van oplettendheid vereist. Wanneer u zelf eens boos bent op uw kinderen en ze een standje geeft kan dit verwarrend werken voor uw Boerboel. Ook in situaties waarin vriendjes of vriendinnetjes van uw kinderen over de vloer komen en beginnen te stoeien met elkaar is uiterste oplettendheid vereist. De hond weet stoeien immers niet van echt te onderscheiden. Laat uw hond überhaupt niet delen in de spelletjes van de kinderen. De stelregel blijft echter altijd: laat uw Boerboel of welke hond dan ook nooit alleen bij kinderen zonder toezicht, want het zijn en blijven honden. Daarnaast is het erg belangrijk dat u uw kinderen omleert gaan met de hond in plaats van andersom. Ook hier is het de verantwoordelijkheid van u als eigenaar om bepaalde vooroordelen van grote hondenrassen niet verder te versterken of juist te bevestigen door onoplettendheid of onvoorzichtigheid. Een communicatieprobleem tussen uw kind en uw hond zou zomaar kunnen leiden tot ongelukken en dat wilt u toch niet op uw geweten hebben. Niet alleen voor het gezin is de Boerboel zeer tolerant en beschermend, maar ook voor alle andere dieren die op zijn territorium leven. Wanneer uw boerboel is opgegroeid met schapen, paarden, kippen, katten en cavia’s zullen ook al deze dieren tot zijn gezin behoren en zal hij deze dieren net als zijn gezin volledig tolereren en beschermen. Zo tolerant als dat de Boerboel is voor alles wat op zijn territorium leeft zo intolerant is hij voor alles wat er niet thuis hoort. Heel typerend voor de Boerboel is dat hij in z’n intolerantie gradaties kent die je zelden of nooit bij andere rassen zult aantreffen. Zijn selectievermogen is zo verfijnd dat je dit bijna zou kunnen bestempelen als racistisch. Het feit dat dit door een journalist van het NRC Handelsblad werd bevestigd is bijzonder uniek te noemen. Een aantal factoren bij de Boerboel zijn bepalend voor zijn alertheid. Bij het zien van vreemde mensen analyseert hij ze met het oog, de neus en de oren. Via zijn ogen analyseert hij de manier van bewegen, de tint van de huidskleur, voorwerpen die de persoon meedraagt en de blik in de ogen. Met zijn neus analyseert hij de lichaamsgeur en met zijn oren de klank van de taal en de toon waarop gesproken wordt. Doordat de Boerboel zeer fijnbesnaarde zintuigen heeft, wordt zijn alertheid verhoogd met elke afwijking van zijn eigen leefomgeving. Dus groeit een Boerboel op binnen een blank gezin met een Drents accent dan zal hij veel feller reageren op een negroïde persoon met een vreemde lichaamsgeur die ook nog eens Swahili spreekt dan op een dorpsgenoot met hetzelfde accent, lichaamsgeur en huidskleur. Uiteraard zou dit ook omgekeerd gelden indien hij binnen een negroïde gezin was grootgebracht! Behalve bij mensen heeft de Boerboel ook oog voor detail als het om voorwerpen gaat. Verplaats de grote kamerplant in uw woonkamer maar eens een meter of twee als de hond er niet bij is en zie zijn reactie als hij weer binnen komt! Alles binnen uw huis, tuin en vaste wandelroute zit in zijn geheugen opgeslagen en wee als er iets verandert…Dan is hij zo maar even van slag. Al deze talenten heeft hij hard nodig om zijn taak als ultieme waakhond goed te kunnen vervullen.
