Wij gebruiken cookies om uw ervaring beter te maken. Om te voldoen aan de cookie wetgeving, vragen we uw toestemming om de cookies te plaatsen. Meer informatie.
De Korenwolf
Geschiedenis van de Korenwolf
De Korenwolf is eigenlijk zijn Limburgse naam. Deze heeft hij te danken aan het feit dat hij veel voedsel in de vorm van granen en koren opslaat in zijn wangzakken. In het Limburgs betekend het woord inhalig namelijk "woof" wat slaat in het opslaan (innemen) van koren. Uiteindelijk is het woord Korenwoof zijn eigen leven gaan leiden waardoor hij nu korenwolf is gaan heten. De Korenwolf leeft echter niet alleen in het Limburgse land in Nederland en België maar komt voor in een groot aantal landen in Europa. Met name in Oost Europese landen is de populatie Korenwolfen nog zeer groot en komen ze nog in grote aantallen voor. Dit in tegenstelling tot Nederland. Oorspronkelijk was het leefgebied van de Korenwolf voornamelijk in steppes, echter door een toenemende landbouw de afgelopen eeuwen verspreide het knaagdier zich meer en meer richting West Europa. Hoe meer je naar het westen gaat, zoals landen als Nederland, België, Luxemburg en Frankrijk, hoe meer verspreide populaties je aantreft die allemaal gescheiden van elkaar leven. Doordat de Korenwolf wel losse grond nodig heeft om in te kunnen graven en gangenstelsel te kunnen maken komt hij niet voor in berggebieden met een hoogte van 500 meter of meer.
Gedrag van een Korenwolf
De Korenwolf is een hamstersoort die solitair (alleen) leeft in zelfgemaakte gangenstelsels. Deze gangen kunnen soms tot enkele meters diep de grond in lopen en leiden veelal naar meerdere zogenaamde kamers. In deze kamers wordt niet alleen voedsel opgeslagen, maar ook bouwen ze hier hun nesten. Deze nesten bouwen voornamelijk van zachte gewassen zoals gras en hooi. Zoals je eerder al hebt kunnen lezen is de Europese hamster een echt nachtdier die s 'nachts op zoek gaat naar voedsel. Dit voedsel wordt opgeslagen in zijn wangenzakken en vervolgens naar één van de kamers gebracht in zijn gangenstelsel. Eenmaal hier aangekomen leegt hij zijn wangzakken met zijn pootjes waarna het dus veilig en droog ondergronds opgeslagen ligt. De Korenwolf eet voornamelijk veel gewassen zoals grassen, granen, koren en zaden. Toch eet hij ook dierlijke eiwitten zoals insecten, wormen en slakken. En zelfs zo nu en dan wel eens kuikens, kikkers en veldmuisjes. De grootste bedeiging voor de Korenwolf zijn vossen en roofvogels. Wanneer er gevaar dreigt gaan ze meestal recht omhoog staan op hun achterpoten. Bij echt gevaar kan hij zich altijd laten vallen in één van zijn gangen waarvan er altijd een aantal loodrecht naar beneden lopen waardoor de kans op ontsnapping een stuk groter wordt.Winterslaap
Zo ergens in Oktober moet alles gereed zijn voor de winterslaap. De Korenwolf maakt dan alle in- en uitgangen van zijn gangenstelsel dicht met aarde en grond om vervolgens zich terug te trekken in de diepste kamer (of burcht) voor een diepe winterslaap. Deze winterslaap duurt maar liefst van oktober tot april waarbij de lichaamstemperatuur daalt tot gemiddeld 5 graden. Tijdens de winterslaap wordt de hamster ongeveer eens per 5 dagen even wakker om wat te eten van zijn opgeslagen voedselvoorraad in één van de kamers en ook wordt er even een bezoekje gedaan aan het toilet in één van de andere gangen. Dit ritueel gaat zo de hele winter door. Wanneer de buiten temperatuur zo weer rond de 7 tot 10 graden boven nul is, vaak ergens eind maart of begin april, dan beëindigd de Korenwolf zijn winterslaap en wordt hij weer actief.
Voortplanting Korenwolf
Ik noemde eerder al even dat de Korenwolf solitair leefde en dus een groot deel van het jaar alleen is. Toch planten deze hamsters zich ook voort en doorgaans gaat dat alleen wanneer er een mannetje en een vrouwtje aan te pas komen. Bij de Korenwolf is dat niet anders en dus tijdens de paringtijd, die loopt van april tot ongeveer augustus, zoeken de mannetjes en vrouwtjes elkaar op en accepteren ze elkaar voor korte tijd. Vaak dringen de mannetjes hamstes het territorium binnen van de vrouwtjes en laten met hun urine overal geursporen achter om indruk te maken en zijn aanwezigheid kenbaar te maken. Bij interesse van het vrouwtje wordt er gepaard in één van de kamers van de burcht. Na dit dekkingsritueel, dat gemiddeld 1 tot 2 dagen duurt, kan het mannetje zijn biezen weer pakken en terug gaan naar zijn eigen burcht. Na dit paringsritueel raakt het vrouwtje (normaal gesproken) drachtig waarna er 18 tot 21 dagen later jongen geboren. Vaak zijn dit redelijk grote nesten die kunnen uitlopen tot 15 jongen. De jongen die worden geboren zijn nog helemaal kaal en hebben bovendien de oogjes nog helemaal dicht. Echter binnen 2 weken hebben de jongen al een heerlijke dichte vacht en zijn bovendien de oogjes al helemaal open. Ook eten ze dan al een tijdje mee van het normale voedsel wat moeders meegenomen heeft de burcht in zoals grassen, zaden en granen.