Anatomie van de hond

Het skelet van de hond is nog het beste te omschrijven als een kapstok voor het lichaam. Alle honden hebben hetzelfde aantal botten van de zelfde vorm, alleen de afmeting verschilt. Vandaar de enorme verschillen in de bouw van diverse rassen. Vanzelfsprekend wijkt het skelet van een Teckel, lang en laag op de pootjes, sterk af van dat van een Deerhound. Beide achtervolgen echter hun prooi, maar ze werken volkomen anders en dus zijn ze anders gebouwd om aan hun rasvereisten te beantwoorden.

Het Skelet

Hoe groot of klein een rashond ook is, steeds vormt een zelfde aantal botten het skelet, met uitzondering van de staartbeentjes. Door de verschillende lengte, dikte en vorm van de botten zien de diverse rassen er anders uit. Daarbij komen nog kleinere verschillen van botstructuur waardoor individuele honden binnen een ras er iets anders uitzien of bewegen. De hersenen zitten verpakt in de schedel, diepe holtes bieden bescherming aan ogen en oren. Schedels kunnen afhankelijk van het ras sterk van vorm verschillen.

Dertien Ribben

Lange ribben vormen een beschermende kooi rond hart, longen en lever. In een goed gebouwde hond lopen ze daarom ver naar achter door. Negen paar ware ribben zijn door kraakbeen met het borstbeen verbonden, drie paar valse ribben zijn onderaan onderling met elkaar verbonden en dan is er nog een enkel paar zwevende ribben. Anders dan vaak gedacht  hebben alle honden deze dertiende , zwevende ribben die niet verbonden zijn en bovendien het kortste van alle ribben zijn. Soms zijn de uiteinden van deze ribben zichtbaar, maar meestal niet. De schedel staat met een kogelgewricht op de hals en de wervels lopen door tot in de staartpunt. Afhankelijk van het ras kan de staart zelf uit 2 tot 26 wervels bestaan.

Bouw van het skelet

Misschien wist u niet dat de schouderbladen niet direct aan de rest van het skelet vastzitten. Dat heeft als voordeel dat het veel flexibelere bewegingen toestaat, vooral als de hond hard loopt. Dat is met name van belang voor renhonden zoals de Greyhound. Onderaan het schouderblad zit de bovenarm, die een knobbel aan de kop heeft om te voorkomen dat hij uit het schoudergewricht kan schieten. Dat beperkt wel de voorwaartse reikwijdte van de voorbenen. Bij de heup moet de kop van het dijbeen netjes in het heupbeen passen door middel van een kogelgewricht. Elastische pezen, vezelige gewrichtsbanden en stevige spieren houden het skelet bij elkaar. Gewrichten, met gewrichtskapsels die gevuld zijn met een olieachtige vloeistof, werken als schokbrekers. Wist u dat..... Het skelet van hond en mens sterk op elkaar lijken? Ook al lopen wij mensen rechtop. De hond heeft echter geen sleutelbeen.

Beweging

Om een hond te laten bewegen moeten de hersenen boodschappen via het ruggenmerg verzenden. Deze berichten reizen via de perifere zenuwen naar de spieren. Sommige geven opdracht om samen te trekken, andere om te ontspannen. Onwillekeurige bewegingen, zoals stuiptrekkingen van een slapende hond en die de indruk wekken dat de hond hard loopt, worden gestuurd door autonome zenuwstelsel, een ander deel van het perifere zenuwstelsel. Beschadigingen van ruggenmerg of perifere zenuwen beletten de spieren efficiënte berichten te ontvangen of ui te zenden. Spastische bewegingen duiden daarom vaak op beschadigingen van ruggenmerg of hersenen. Spieren worden stijf door afgeknelde bloedtoevoer. Ook vervallen ze door gebrek aan beweging of door beschadigingen van zenuwverbindingen. Dat zijn allemaal oorzaken voor gebrek aan coördinatie, of gedeeltelijke of gehele verlamming.

Regelmatige beweging van de hond

Oefening als routine bezigheid is belangrijk voor het bewegingsgemak van een hond. Overvoeding, vooral in combinatie met te weinig beweging, mondt uit in beperkte bewegingsmogelijkheden op jonge leeftijd. Een evenwichtige draf veronderstelt een volledige synchronisatie tussen alle lichaamshelften, links en rechts en voorhand en achterhand. De achterhand zorgt voor de voortstuwing van de voorhand, ook al geeft ze ondersteuning en werkt ze als stabilisator, een kleinere rol speelt in de voortbeweging. Vanzelfsprekend moet een hond om juist te bewegen correct zijn gebouwd. Verschillende rassen bewegen anders door hun uiteenlopende lichaamsbouw. Hoewel er enige tussengangen bestaan, zijn de hoofdgangen stap, draf, lichte galop en gestrekte galop of ook wel rengalop. Windhonden gaan vaak in rengalop. Het is de galop met dubbele vering, een gang met twee gescheiden zweefmomenten binnen de bewegingsafloop, waardoor meer snelheid ontstaat dan bij de lichte galop. Er zijn bewegingsmomenten waarop alle vier de benen gelijktijdig zijn gestrekt en vervolgens alle vier de benen samen zijn ingetrokken. Sommige gangen zijn specifiek voor bepaalde rassen. Bij de telgang worden voorbeen en achterbeen aan dezelfde kant van het lichaam gelijktijdig verplaatst. Soms doet een hond dat als hij moe is, maar Bobtails lopen ook vaak zo als ze langzaam bewegen. Het steppen, waarbij polsen en voeten van de voorbenen opvallend hoog worden opgeworpen, is tamelijk normaal voor sommige dwergrassen maar wordt bij de meeste andere rassen als een fout aangemerkt.